In het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV, art. 20; lid 1 b) staat dat gemeenten een geprognosticeerde begin- en eindbalans van de begrotingsjaren moeten opnemen onder de uiteenzetting van de financiële positie.
Door de geprognosticeerde balans meerjarig op te nemen, heeft de raad meer inzicht in de ontwikkeling van de investeringen, het aanwenden van reserves en voorzieningen en de financieringsbehoefte.