Paragraaf Financiering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

In deze paragraaf komen de onderwerpen aan de orde die behoren tot het geldstromenbeleid van de gemeente. Dit zijn risicobeheer (met name rente- en kredietrisico), de financierings- en schuldpositie en het kasbeheer. 

Het Financieringsstatuut vormt het kader voor beleid en uitvoering van de treasuryfunctie. Afhankelijk van de hoogte en de verwachte duur van het liquiditeitstekort of –overschot, wordt vermogen tijdelijk of langdurig aangetrokken of tijdelijk uitgezet. Het uitgangspunt bij het aantrekken van vermogen is dat de kasgeldlimiet optimaal benut wordt. Benadrukt wordt dat de financieringsfunctie van de gemeente Sliedrecht uitsluitend de publieke taak dient en dat een prudent beleid gevoerd wordt binnen de kaders die zijn gesteld in de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido).

Rente ontwikkelingen
De tarieven op de geldmarkt (kortlopende leningen) volgen de tarieven die de ECB hanteert met haar beleidsrente. Na enkele jaren van stijgingen is dit tarief in juni met een kwart procent verlaagd tot 3,75% op dit moment. Verwacht wordt dat de inflatie ruimte biedt voor verdere verlagingen in de komende maanden. Het is lastig om in te schatten wat de frequentie en de grootte van de stappen zal worden, maar de algemene marktverwachting is dat eind 2024 de rente 0,50% lager zal zijn dan nu.

De verwachting voor de kapitaalmarktrente is dat die wat zal gaan dalen. De duurste lening is op dit moment een 20-jarige aflossingsvrije lening die ongeveer 3,30% kost inclusief de liquiditeitsopslag. Voor langere looptijden gelden lagere tarieven. De liquiditeitenopslagen nemen toe naarmate de looptijd langer wordt, maar per saldo wordt een langere lening goedkoper. Waar de opslag voor een 10-jaarslening medio 2023 nog 0,20% was, is de actuele opslag 0,40%.

Het afgelopen jaar heeft de rente zich als volgt ontwikkeld: 

Financieringspositie

Terug naar navigatie - Financieringspositie

Financiering activa
De activa van de gemeente Sliedrecht zullen per begin 2025 naar verwachting als volgt gefinancierd zijn:

Renteschema
Voor de interne rente sluiten wij aan op de voorschriften uit de BBV-notitie rente, waarbij wij geen rente rekenen over het eigen vermogen en de voorzieningen. Uit de berekening komt een omslagrente van afgerond 0,01%. Dat de rente niet wordt gesteld op nihil heeft een technische reden (het financiële systeem heeft een waarde nodig). 

De rentelast zoals genoemd onder I is zeer beperkt, toch werken we met een omslagrente van 0,01%. Dit heeft tot gevolg dat er in de werkelijkheid (jaarrekening) snel een verschil ontstaat groter dan 25%, terwijl er absoluut slechts een verschil is van enkele duizenden euro's. In dat geval zullen we niet herrekenen (waar dat bij een verschil van 25% wel is voorgeschreven). 

Op basis van de liquiditeitenplanning is het de verwachting dat er eind 2026 en in 2027 leningen aangetrokken zullen moeten worden. Indien dat daadwerkelijk plaats gaat vinden dan ontstaan er meer rentelasten en zal de omslagrente van 0,01% naar 0,5% gaan.

Leningenportefeuilles

Terug naar navigatie - Leningenportefeuilles

Opgenomen leningen
Onderstaande tabel geeft inzicht in het verwachte verloop van de portefeuille aan opgenomen langlopende leningen in 2025:

Op grond van de meest recente liquiditeitenplanning wordt voor 2025 geen nieuwe langlopende lening verwacht. 

Risicobeheersing

Terug naar navigatie - Risicobeheersing

Risicobeheersing vormt één van de pijlers van de Wet fido. De belangrijkste risicoaspecten die verbonden zijn aan de uitvoering van de gemeentelijke treasuryfunctie betreffen rente- en kredietrisico's. Renterisico’s moeten vanuit de Wet fido beoordeeld worden op de korte en op de langlopende schuld. 

Renterisico op korte schuld: de kasgeldlimiet
Met de kasgeldlimiet is in de Wet fido een norm gesteld voor het maximum bedrag waarop de gemeente haar financiële bedrijfsvoering met kortlopende middelen (looptijd <1 jaar) mag financieren: 8,5% van het begrotingstotaal. Voor 2025 kan de kasgeldlimiet als volgt worden bepaald:

De gemeente Sliedrecht verwacht in 2025 binnen de normen van de kasgeldlimiet (max. drie kwartalen overschrijding) te opereren.  

Bij beoordeling van een eventuele financieringsbehoefte zal de kasgeldlimiet optimaal worden benut. De meest actuele liquiditeitenplanning geeft aan dat er geen nieuwe langlopende lening nodig is in 2025. 

Renterisico op langlopende schuld: de renterisiconorm
De Wet fido definieert vaste schuld als opgenomen geldleningen met een rente typische looptijd groter of gelijk aan 1 jaar. Met de renterisiconorm biedt de Wet fido een richtsnoer om renteaanpassingen van financieringen en beleggingen goed in de tijd te spreiden. De norm heeft als doel om het toekomstig renterisico op de lange financiering te beperken door spreiding in de aflossingen en renteherzieningen af te dwingen. Deze norm bedraagt 20% van het begrotingstotaal en bedraagt voor Sliedrecht in 2025 € 19,6 miljoen.

Conform voorschrift van de geactualiseerde Wet fido wordt het renterisico in onderstaande tabel voor de komende vier jaren bepaald, terwijl de renterisiconorm alleen betrekking heeft op het totaal van de begroting van het komende jaar.

Uit deze opstelling blijkt dat de gemeente Sliedrecht in 2025 ruimschoots binnen de renterisiconorm blijft. 

Kredietrisico’s

Terug naar navigatie - Kredietrisico’s

Kredietrisicobeheersing richt zich op de kredietwaardigheid (en dus het risicoprofiel) van de tegenpartijen bij financiële transacties. Kredietrisico’s kunnen worden gelopen vanuit uitzettingen (verstrekte geldleningen, beleggingen), of uit verleende garanties. 

Verstrekte geldleningen
Ingedeeld naar risicocategorie kan voor 2025 het volgende verloop worden verwacht:

Het hierboven bij Openbare lichamen vermelde bedrag betreft de deelneming in, dan wel leningen verstrekt uit hoofde van, het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVn). Het bedrag bestaat uit drie onderdelen: startersleningen, duurzaamheidsleningen en het rekening courant saldo bij de SVn (beschikbaar voor leningen). In theorie zouden hier ook blijversleningen kunnen staan, maar die zijn niet verstrekt. Het bedrag van € 2,2 miljoen is revolverend, wat betekent dat aflossingen op de leningen op de rekening courant komen waarmee nieuwe leningen kunnen worden gefinancierd. 

De overige langlopende leningen betreffen (oude) renteloze leningen aan verenigingen in Sliedrecht. Voor 2029 zullen deze allemaal zijn afgelost. 

Verleende garanties
De borgstellingen kunnen als volgt worden gespecificeerd naar risicogroep:

De specificatie van de bedragen uit de tabel borgstellingen is als volgt: 

Kas- en saldobeheer

Terug naar navigatie - Kas- en saldobeheer

De inrichting van het betalingsverkeer (het beheer van het gemeentelijke rekeningstelsel, het coördineren van bevoegdheden en het verrichten van feitelijke betalingen) alsmede de saldoregulatie wordt verzorgd vanuit Servicegemeente Dordrecht. Gemeente Sliedrecht onderhoudt bankrelaties met de Bank Nederlandse Gemeenten en de Rabobank.

Een hulpmiddel bij de saldoregulatie en voor het eventueel opnemen van langjarige financiering is de meerjarige liquiditeitenplanning, welke door Servicegemeente Dordrecht (SGD) in nauw overleg met de gemeente is opgezet. Deze planning wordt periodiek geactualiseerd op grond van nieuwe informatie of inzichten. 

De bankrekening van de personeelsvereniging staat juridisch ook op naam van de gemeente, maar is praktisch geen eigendom.  

Schatkistbankieren

Terug naar navigatie - Schatkistbankieren

Bij het verplicht schatkistbankieren mag de gemeente een bedrag van 2% van het begrotingstotaal buiten de Schatkist houden, het zogenoemde drempelbedrag. Het drempelbedrag mag als gemiddeld creditbedrag per kwartaal niet overschreden worden. Wanneer de gemeente het drempelbedrag overschrijdt dient het meerdere afgestort te worden in 's Rijks Schatkist. Over dit saldo wordt medio 2024 rente vergoed van ongeveer 3,65%. Dit tarief beweegt mee met de beleidsrente van de ECB en kan in een tijdsbestek van maanden sterk stijgen of dalen. 

Het drempelbedrag voor de gemeente Sliedrecht voor 2025 kan als volgt worden berekend: